Krachttraining is een vorm van trainen waarbij men als doel heeft de hoeveelheid kracht die men bezit te vergroten. Een essentieel onderdeel van krachttraining is de aanwezigheid van gewichten, die weerstand bieden en waarvoor men dus kracht moet zetten. Men voert oefeningen vaak net zo lang uit totdat men de oefening niet meer op de juiste manier uit kan voeren, men zit op dat moment aan de top van de spierkracht. Door de oefeningen vaker uit te voeren kan men de grens steeds een klein beetje verleggen en zo de spieren trainen.
Krachttraining hoeft niet persé opgenomen te worden in een trainingsprogramma dat één of meerdere van de volgende doelen heeft: gewichtsbeheersing, het in conditie blijven of een gezond hart- en vaatstelsel.
Krachttraining werkt volgens het principe van overbelasting. Men traint bepaalde spiergroepen, vaak zijn dit de armen, benen of borst, tot een bepaald punt van vermoeidheid. Na een herstelfase gaat men deze spieren geleidelijk aan weer belasten, en dit steeds met een zwaarder gewicht en dus stevigere weerstand.
Krachttraining kan algemeen en specifiek zijn. Een algemene krachttraining heeft als doel het versterken van het gehele lichaam. Men doet bijvoorbeeld oefeningen om de rugspieren sterker te maken zodat rugklachten voorkomen worden, blessures bij sporters te voorkomen of de algemene kracht te verbeteren. Specifieke krachttraining is gericht op het versterken van een bepaalde spiergroep. Deze vorm van krachttraining wordt door de meeste sporters aangehouden.
Belangrijk bij krachttraining is dat men de spieren tussen de trainingen door voldoende rust gunt, zodat de overbelaste spieren zich kunnen herstellen.