Een hernia, ook wel Hernia Nuclei Pulpose genoemd, is een uitstulping van de tussenwervelschijf van de wervelkolom. Deze uitstulping gaat op een zenuw drukken, waardoor men pijnklachten gaat ervaren, die soms gepaard gaan met uitval van de zenuw (bijvoorbeeld een doof gevoel of krachtvermindering). De plaats van de pijnklachten is afhankelijk van de locatie van de hernia. Wanneer de oorzaak meer richting nek zit, heeft men met name pijn in de armen en soms in de nek. Wanneer de oorzaak echter lager zit, heeft men vaak last van pijn in het been, soms tot in de voet.
De tussenwervelschijven bestaan uit buitenlaag met daarin een weke geleiachtige massa. Door overbelasting of veroudering kan de weke kern uit gaan stulpen. De uitstulping drukt vervolgens op de zenuwen, dit is de oorzaak van de pijn.
Een hernia komt het meest voor in de lendestreek, maar kan in principe overal voorkomen. De meeste mensen die een hernia krijgen zijn volwassen. De klachten die veroorzaakt worden door de hernia worden ook wel ischias genoemd.
Om de diagnose hernia te kunnen stellen is een zorgvuldig lichamelijk onderzoek nodig, evenals een aantal röntgenfoto’s. Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruik gemaakt van CT scans om de aard en omvang van de aandoening vast te stellen, en andere oorzaken uit te sluiten.
In principe herstelt een hernia vanzelf door bedrust, in twee tot zes weken. Indien dit niet het geval is, kan men overgaan tot een operatie. Hernia operaties vallen onder de meest uitgevoerde operaties. Bij een hernia operatie wordt de uitgestulpte tussenwervelschijf operatief verwijderd.