De darmen zijn onderdeel van het spijsverteringsstelsel van de mens. Het spijsverteringsstelsel bestaat uit de slokdarm, de maag en de dunne en dikke darm.
De slokdarm is de plaats waar het voedsel na het slikken terechtkomt. De slokdarm is een rechte buis van zo’n 25 centimeter lang die regelrecht in de maag uitmondt.
Door peristaltische bewegingen brengt de slokdarm het voedsel naar de maag. De kringspier van de slokdarm speelt een grote rol bij het passeren van voedsel naar de maag. Wanneer deze kringspier niet goed werkt, kan het voedsel de slokdarm weer terug in stromen. Dit wordt regurgitatie genoemd en kan het gevoelige slijmvlies van de slokdarm beschadigen.
De dunne darm is een zeer lange buis die bij volwassenen tussen de vier en zeven meter lang is. De dunne darm is onderverdeeld in drie stukken. De twaalfvingerige darm is het smalste deel, hier begint het daadwerkelijke absorptieproces. In de nuchtere darm, het grootste stuk van de dunne darm, vindt de meeste absorptie plaats. Het laatste deel van de dunne darm, de kronkeldarm, neemt enkel nog wat vitaminen op en drijft de resterende voedselbrij naar de dikke darm.
De dikke darm heeft als functie vooral het afval te verwijderen uit de voedselbrij, welke voornamelijk bestaat uit onverteerd en niet geabsorbeerd voedsel, vezels en water. Het vocht wordt grotendeels opgenomen, de rest wordt via de darmen naar de endeldarm gestuwd, waar de afvalproducten zich samenvoegen totdat de willekeurige anusspieren de massa uit kunnen drijven.