Met de vingers bedoelen we de uitstekende ledematen die zich aan de hand bevinden. Over het algemeen heeft ieder mens twee handen met elk vijf vingers. Dit is overigens bij de meeste diersoorten het geval. Sommige mensen hebben echter meer dan vijf vingers per hand, er wordt dan gesproken van polydactylie.
De vingers hebben in tegenstelling tot de tenen allemaal een eigen naam. Wanneer je van buiten naar binnen gaat wanneer je de handpalm van je linkerhand naar boven legt heten de vingers de duim, de wijsvinger de middelvinger, de ringvinger en de pink.
Iedere vinger bevat drie vingerkootjes met elk een botje, deze zijn voelbaar vanaf buiten het lichaam. De vingerkootjes kunnen met pezen bewogen worden welke vast zitten aan de spieren van de onderarm. De duim is een uitzondering, deze heeft twee vingerkootjes. Het uiteinde van de vingers noemen we vingertoppen. De vingertoppen zijn heel gevoelig en worden dan ook beschermd met nagels. Deze harde bescherming wordt door de mens eveneens gebruikt om kleine voorwerpen vast te pakken en te bewerken.
De menselijke vingers hebben allen de mogelijkheid tot krommen en strekken, met uitzondering van de duim, welke tevens in staat is om andere bewegingen te maken. Met de duim kan men de vingertoppen van alle vingers aan de hand aanraken. Hierdoor is men in staat voorwerpen vast te pakken met de vingers.
Elke hand en elke vinger heeft een unieke huidlijst. Dat wil zeggen dat elke vingertop een eigen vingerafdruk met een uniek patroon heeft. Wanneer je iets beetpakt laat je een vingerafdruk achter. In sommige gevallen kunnen vingerafdrukken als bewijs in de politiewereld gebruikt worden. Vingerafdrukken zijn voor iedereen anders, zelfs eeneiige tweelingen hebben unieke vingerafdrukken.