Ons menselijk lichaam telt zo’n 650 spieren. Deze spieren bestaan uit vezels met elastische eigenschappen. Deze eigenschap stelt de spieren in staat te rekken en samen te trekken, waardoor beweging ontstaat in de gewrichten waar zij aan vastgehecht zitten.
De meeste spierklachten zijn het gevolg van verrekking of overbelasting. Spierpijn ontstaat dikwijls wanneer je eisen gaat stellen aan je spieren die je normaliter niet aan de spieren stelt. Hierdoor zijn de spieren niet juist voorbereid op de werkzaamheden en kunnen klachten ontstaan.
Wanneer je je spieren overbelast, hoopt zich melkzuur in je spierweefsel op. Hierdoor kunnen je spieren verstijven, met kramp als gevolg. Kinderen in de groei hebben soms kramp zonder dat zij hun spieren overbelast hebben. Dit is een normaal doch pijnlijk groeiverschijnsel.
Spierpijn is niet altijd te voorkomen. Er zijn echter wel een aantal tips en trucs waardoor de kans op spierpijn aanzienlijk verkleind wordt.
Heel belangrijk is het opwarmen voor inspanning. Begin vijf tot tien minuten voor je je in gaat spannen met warmlopen en met wat rek- en strekoefeningen. De toegenomen bloeddoorstroming door de warming-up verbetert de spierwerking en verbetert mogelijk het prestatievermogen. De kans op verrekkingen en kneuzingen wordt eveneens kleiner.
Na afloop van de inspanning moet je je spieren de mogelijkheid geven zich geleidelijk aan af te koelen. Tijdens inspanning zijn de spieren steeds weer samengetrokken. Spieren moeten weer na hun normale spanningstoestand komen door een cooling down. Zonder deze cooling down zijn de spieren veel gevoeliger voor verrekkingen, kneuzingen en kramp.