De verschijnselen die gepaard gaan met de ziekte van Ménière werden ongeveer een eeuw geleden voor het eerst beschreven door de Franse arts Prosper Ménière. Hij beschreef verschijnselen van aanvallen van duizeligheid, een wisselend gehoorverlies, oorsuizen en een gevoel van spanning in het aangedane oor.
De ziekte van Ménière tast in de meeste gevallen eerst één oor aan en in circa 25 tot 50% van de gevallen raakt het andere oor later ook aangetast. De oorzaak van de ziekte van Ménière is nog onduidelijk. Er wordt vermoed dat er een toename van vocht in het binnenoor is op een plek die labyrint genoemd wordt wat op dit labyrint drukt. Uiteindelijk kan het labyrint scheuren.
De ziekte van Ménière wordt gekenmerkt door wisselende aanvallen met relatief klachtenvrije periodes hier tussendoor. Deze klachtenvrije periodes kunnen variëren van enkele uren tot zelfs enkele jaren. De verschijnselen variëren ook, van mild tot ernstig.
De ziekte van Ménière is met name een lastige aandoening en is niet levensbedreigend. De ziekte kan echter wel leiden tot volledige doofheid en hiermee gepaarde constante duizeligheid en misselijkheid, wat een afname in de algehele conditie kan veroorzaken.
De ziekte van Ménière kan operatief behandeld worden door de druk in het binnenoor weg te nemen. Vaker wordt er echter gekozen voor een combinatie van diverse geneesmiddelen, waaronder medicijnen tegen de misselijkheid en duizeligheid.