Immunotherapie is de verzamelnaam van therapieën die gericht zijn op het afweersysteem. In sommige gevallen betekent dit dat de menselijke afweer gestimuleerd wordt, in andere gevallen betekent dit juist dat men het afweersysteem wilt remmen. Immunotherapie is het meest bekend in de vorm van kankerimmunotherapie, waarbij het natuurlijke afweermechanisme van het lichaam versterkt en gemanipuleerd wordt om de kanker te kunnen bestrijden.
Er zijn diverse soorten immunotherapie, waaronder een behandeling met monoklonale antilichamen, behandeling met cytokinen, behandeling met vaccins en behandeling met gentherapie.
In het geval van behandeling met monoklonale antilichamen worden er kunstmatige eiwitten in het lichaam toegediend welke specifieke eiwitten kunnen herkennen welke zich op kankercellen bevinden. Zij geven als het ware een herkenningsteken aan de afweercellen zodat de afweercellen de kankercellen sneller kunnen vernietigen.
Cytokinen zijn eiwitten welke helpen bij de natuurlijke afweer. Cytokinen wordt door het lichaam geproduceerd, maar kunnen ook kunstmatig worden geproduceerd waarna zij bij de patiënt ingespoten worden. Cytokinen versterken het afweermechanisme in het algemeen, en niet specifiek de afweer tegen kankercellen.
Vaccins worden nog niet dikwijls toegepast in de behandeling van kanker, zij bevinden zich nog in een onderzoeksstadium. Vaccins worden toegediend om een afweerreactie tegen kanker op te bouwen.
Gentherapie is een andere behandelvorm die zich eveneens nog in een onderzoeksstadium bevindt. Bij gentherapie worden bestaande afweercellen van een patiënt zodanig genetisch gemanipuleerd dat zij kankercellen effectiever kunnen bestrijden.