Schizofrenie is een psychische aandoening die letterlijk ‘gespleten geest’ betekent. Deze term is afkomstig van de Griekse woorden schizo (gespleten) en phrenos (geest). Schizofrenie is een aandoening waarbij de realiteitsgewaarwording verstoord raakt. Dit wordt een psychotische episode genoemd. Tijdens een dergelijke psychose ervaart men een afwijkende werkelijkheidsbeleving, voelt men zich onrustig, heeft men onlogische gedachtepatronen, wanen en hallucinaties. Deze psychotische episoden worden afgewisseld met langere episoden van relatieve rust, dikwijls nog wel met restverschijnselen. Schizofrenie is een aandoening die vooralsnog niet te genezen is.
In een acute, psychotische episode wordt schizofrenie met name behandeld met medicatie. Deze hebben als doel de psychotische symptomen, evenals de angst en verwarring te verminderen. De meest voorgeschreven medicijnen bij de behandeling van schizofrenie zijn de zogeheten antipsychotica. Op de langere termijn helpen deze antipsychotica tevens een volgende psychose voorkomen. Men moet deze medicijnen dus langere tijd gebruiken, ook wanneer men geen psychotische verschijnselen heeft. Antipsychotica hebben evenals antidepressiva invloed op de neurotransmitters in de hersenen. Antipsychotica hebben met name invloed op de neurotransmitter dopamine.
Mensen men schizofrenie hebben vaak een beperkt inzicht in hun ziekte. Psycho-educatie, waarbij men inzicht in de eigen stoornis krijgt is daarom een belangrijk behandeldoel. Mensen met schizofrenie beseffen dikwijls niet dat ze ziek zijn en zijn geneigd om met de medicatie te stoppen wanneer men geen klachten meer heeft. Bovendien leert men hoe men psychoses mogelijk kan voorkomen. Psychoses kondigen zich meestal aan en wanneer men deze voortekenen leert herkennen kan men mogelijk voorkomen dat de psychose zich manifesteert.