De ruggengraat bestaat uit meer dan dertig botjes en vormt een buigzame constructie welke van de schedel tot aan het staartbotje loopt. Deze botten, die wervels genoemd worden, zijn als het ware op elkaar gestapeld. In de ruimte tussen twee wervels bevindt zich een sponsachtige substantie, dit wordt de tussenwervelschijf genoemd. De tussenwervelschijf bestaat uit een harde, vezelige buitenkant met daarbinnen een geleiachtige massa. Het geheel aan wervels en tussenwervelschijven wordt bij elkaar gehouden door en uitgebreid stelsel van banden en spieren.
Onze rug is een bijzonder apparaat. De rug kan buigen, draaien en draagt ons lichaamsgewicht. Daar bovenop draagt de ruggengraat dat wat wij aan gewicht in onze armen dragen. Bovendien vormt de ruggengraat een goede bescherming van het ruggenmerg, een zeer belangrijk onderdeel van ons centrale zenuwstelsel.
Door deze complexe constructie is de rug ook erg gevoelig voor verstoringen. Een op het oog kleine verandering aan de stand van de wervels, tussenwervelschijven of spieren kan al helse pijnen veroorzaken. Wanneer de zenuwen die door de ruggengraat lopen beschadigd zijn kan dit pijn geven op elke plek in het lichaam. Dit komt doordat praktisch ons gehele lichaam en skelet wordt beïnvloed door zenuwen rond de ruggengraat.
Ruggenmergletsel kan uiteenlopende lichamelijke gevolgen hebben, waaronder verlamming. De meeste ruggenmergletsels worden op het werk of tijdens een verkeersongeval opgelopen. Letsel op verschillende plekken in de ruggengraat geeft divers letsel. Ruggenmergletsel treedt meestal in de onderrug (lumbaal) en in de nek (cervicaal) op.