Haarcelleukemie (afgekort tot HCL) is een aandoening die zeer zeldzaam is. Per jaar komen er in Nederland circa 1250 nieuwe leukemie patiënten bij, waarvan het in 2% van de gevallen haarcelleukemie betreft. Haarcelleukemie wordt tot de chronische lymfatische leukemieën gerekend. De naam doet een zeer ernstige aandoening vermoeden, maar ondanks dat het bij haarcelleukemie ook om de woekering van kwaadaardige cellen gaat is het beloop van de ziekte erg mild en de prognose erg goed.
Haarcelleukemie werd voor het eerst beschreven in 1958, door een vrouw genaamd Bertha Bouroncle. De ziekte dankt haar naam aan het uiterlijk van de leukemiecellen. Onder een microscoop lijken de leukemiecellen er harig uit te zien.
Bij haarcelleukemie worden de B-lymfocyten aangetast. Dit zijn een vorm van witte bloedcellen. Deze witte bloedcellen wordt aangemaakt in onder meer het beenmerg, de milt en de lymfeklieren. Haarcelleukemie wordt dikwijls ontdekt doordat men klachten rondom de milt gaat hebben. De haarcellen met leukemie gaan zich namelijk in de milt verzamelen waardoor er klachten kunnen ontstaan.
Haarcelleukemie komt met name voor bij mensen boven de 50 jaar. Er zijn meer mannen dan vrouwen met haarcelleukemie, met een verhouding van ongeveer 5 op 1. De oorzaak van haarcelleukemie is onbekend en tot nu toe is er geen mogelijke erfelijke factor aangetroffen.
Sommige patiënten met haarcelleukemie hoeven nooit behandeld worden omdat de ziekte een vrij mild beloop heeft. Wanneer men de ziekte toch gaat behandelen kan dit met de reguliere behandelmethoden van kanker als chemotherapie en immuuntherapie. In enkele gevallen wordt de milt verwijderd.