Voorbehoedsmiddelen zijn middelen die er voor zorgen dat een vrouw niet zwanger kan raken. Voorbehoedsmiddelen behoeden de vrouw als het ware voor een eventuele zwangerschap. Voorbehoedsmiddelen zijn er in diverse vormen en zelfs maten.
Het meest bekende en gebruikte voorbehoedsmiddel is wel het mannencondoom. Dit is een langwerpig zakje van rubber dat om de penis geschoven wordt voor aanvang van geslachtsgemeenschap zodat het sperma van de man de vagina niet kan bereiken. Het condoom is in verschillende maten te koop en tegenwoordig ook in diverse uitvoeringen zoals condooms met een smaakje en kleurtje. Er bestaat ook een vrouwencondoom.
Een ander veelgebruikt voorbehoedsmiddel is de anticonceptiepil. De anticonceptiepil wordt afhankelijk van de pil dagelijks of drie weken per maand geslikt. De anticonceptiepil bevat hormonen die een zwangerschap tegengaan en is gevoelig voor lichamelijke verschijnselen als braken en diarree.
Voorbehoedsmiddelen kunnen hormonaal of niet-hormonaal zijn. Hormonale voorbehoedsmiddelen grijpen in in de normale vruchtbaarheidscyclus met behulp van hormonen. Niet-hormonale voorbehoedsmiddelen hebben geen invloed op de lichamelijke processen maar voorkomen simpelweg dat het sperma de baarmoeder niet (levend) kan bereiken of maken het nestelen van een bevrucht eitje in de baarmoeder onmogelijk.
Andere voorbeelden van hormonale voorbehoedsmiddelen zijn de anticonceptiering, het hormoonhoudend spiraaltje, de anticonceptiepleister en de prikpil. Andere niet-hormonale voorbehoedsmiddelen zijn het zaaddodend pasta en het koperspiraaltje.
Welk voorbehoedsmiddel het beste bij je past kan je ontdekken door jezelf een aantal vragen te stellen zoals ‘hoe vaak wil je aan je voorbehoedsmiddel denken?’ en ‘wil ik een hormonaal of niet-hormonaal voorbehoedsmiddel?’.