Kinderen met een ontwikkelingsstoornis hebben ergens in de ontwikkeling (op één of meerdere gebieden) een beperkende factor. De ontwikkelingsstoornis kan zich meer op het psychische vlak voor doen of juist meer tot uiting komen in de lichamelijke aspecten van het menselijk functioneren.
Leerstoornissen zijn een speciale vorm van ontwikkelingsstoornissen. Leerstoornissen kunnen tot uiting komen in de gesproken of geschreven taal (kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld moeite met spelling), rekenvaardigheden (sommige kinderen hebben dyscalculie, dit is een stoornis waarbij men moeite heeft cijfers adequaat te identificeren en gebruiken) of juist spraak. Een leerstoornis is niet het gevolg van een aantoonbare lichamelijke aandoening.
Ook op het lichamelijke gebied kunnen zich stoornissen voordoen. Dit kan tot uiting komen in bijvoorbeeld het niet tijdig indalen van de teelballen bij jonge jongens. Of men heeft een achterstand in de groei en gaat pas op latere leeftijd (of helemaal niet) groeien zoals andere kinderen.
Een aparte ontwikkelingsstoornis is het hebben van een geestelijke achterstand. In principe groeit het geestelijke vermogen mee tijdens het opgroeien. Maar bij sommige kinderen is er sprake van een geestelijke achterstand. Dit komt er op neer dat het kind een volwassen of volgroeid lichaam heeft maar dat de geestelijke of mentale leeftijd niet gelijk is aan de lichamelijke leeftijd, maar hier op achter loopt. Sommige mentale achterstanden trekken vanzelf bij en zijn tijdelijk, anderen blijft men met het leven meedragen. Kinderen met een mentale achterstand hebben over het algemeen ook problemen op andere ontwikkelingsgebieden zoals leerstoornissen en sociaal-emotionele problematiek.