Met een arthroscopie wordt een kijkoperatie in een gewricht bedoeld. De term arthroscopie is afkomstig uit de Griekse taal van de woorden scopie voor kijken en arthros voor gewricht. In eerste instantie werd met een arthroscopie een kijkoperatie in de knie bedoeld. Tegenwoordig doet men op diverse plaatsen waar zich gewrichten bevinden een arthroscopie.
Een arthroscopie kent een aantal voordelen boven een ‘gewone operatie’. Zo zijn de littekens kleiner, omdat men slechts een kleinere ingangsruimte nodig heeft. Daardoor is de opening in het slijmvlies van het desbetreffende gewricht ook kleiner, waardoor het herstel veel sneller zal zijn. Door de relatief kleine ingreep kan een arthroscopie dikwijls poliklinisch en onder lokale verdoving uitgevoerd worden. In sommige gevallen kan de patiënt zelfs meekijken op beeld naar het gewricht. De medische wereld groeit en verbeterd aldoor. Tegenwoordig kunnen bepaalde ingrepen dan ook tegelijk met de arthroscopie uitgevoerd worden, omdat de medische instrumenten ook steeds kleiner worden.
Wanneer je een arthroscopie zal moeten ondergaan wordt er in overleg een narcose of plaatselijke verdoving toegediend. Vervolgens wordt het lichaamsdeel dat men gaat onderzoek steriel ingepakt met het oog op infecties. Daarna worden er enkele dunne sneetjes in de huid gemaakt, waar een dun buisje van glasvezel heen gaat waar een camera op vast gemaakt zit. Door de andere sneetjes worden een buisje voor spoelvloeistof en eventueel kleine operatie instrumentjes vervoerd.
Na de operatie worden de wondjes gesloten met een hechting of pleister en er wordt een drukverband aangelegd. Afhankelijk van het gewricht kan het zijn dat je enkele tijd met krukken moet lopen. Over het algemeen kan men dezelfde dag als de kijkoperatie weer naar huis.