Tussen HPV, het humaan papillomavirus dat seksueel wordt overgedragen, en baarmoederhalskanker bestaat een duidelijk verband. Vandaag de dag wordt baarmoederhalskanker opgespoord met een PAP-test (ook wel het uitstrijkje genoemd) en om goed te zijn moet dat ook elke drie jaar herhaald worden.
Ongeveer 60% van de vrouwen laat zich regelmatig testen voor baarmoederhalskanker. Hiervoor kan eenmaal om de drie jaar een terugbetaling bekomen worden van het ziekenfonds. Vrouwen tussen 25 en 64 jaar hebben er altijd belang bij om zich te laten testen.
Na het nemen van een uitstrijkje wordt dit onderzocht in het labo en gekeken naar de aanwezigheid van precancereuze cellen. Deze manifesteren zich 10 tot 15 jaar voor de eigenlijke kankercellen zich beginnen ontwikkelen.
HPV-test is ook mogelijk.
Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus (HPV-virus) zijn vast aan elkaar verbonden. Een HPV-infectie kan regelmatig voorkomen, maar zal van zichzelf ook weer verdwijnen.
Met een HPV-test wordt gezocht naar de aanwezigheid van het virus. Er wordt dus niet gezocht naar de celafwijkingen die het virus veroorzaakt. Voor jou is er weinig verandering merkbaar: net zoals bij een PAP-test wordt een uitstrijkje genomen van de baarmoederhals.
Wie start met een HPV-test is volgens onderzoek beter beschermd tegen invasieve kankers. Het risico dat kankercellen zich ontwikkelen is immers veel kleiner waardoor de tijdsduur kan opgetrokken worden van 3 jaar naar 5 jaar bij HPV-testen.
Vrouwer ouder dan 30 zouden hier baat bij hebben, wie jonger is ondergaat het best nog steeds een Pap-test omdat HPV-infecties voor die leeftijd frequent voorkomen maar meestal van voorbijgaande aard zijn en anders onrust kunnen veroorzaken.
Er zal dus een bijkomende studie nodig zijn om te bepalen hoeveel de besparing kan bedragen indien overgeschakeld wordt van Pap-test naar een HPV-test. De kostprijs voor het laten uitvoeren van de prijs moet ook nog kunnen dalen om het interessant te maken zonder dat hier de kwaliteit van het onderzoek verloren gaat.