Flavonoïden vormen samen een heel grote familie van plantaardige stoffen. Flavonoïden komen voor in groenten en fruit, waar zij verantwoordelijk zijn voor de grote variatie aan kleuren van de groenten en het fruit. Deze kleuren kunnen variëren van geel tot rood en donkerpaars. De term flavonoïden is afkomstig van het Latijnse woord voor geel, flavus. Flavonoïden worden tevens aangeduid als bioflavonoïden en vroeger ook wel als vitamine P.
Op dit moment zijn er meer dan 4000 soorten flavonoïden beschreven. Flavonoïden worden onder meer op basis van hun chemische structuur onderscheiden in catechinen, isoflavonen, flavonen, flavonolen, flavaononen en anthocyanen.
Mensen in Westerse landen krijgen ook het algemeen minder flavonoïden binnen dan mensen in Aziatische landen. Dit komt omdat men in Westerse landen groenten veel meer kookt en bewerkt waardoor de hoeveelheid flavonoïden rond de 50 tot wel 90% dalen.
Flavonoïden schijnen een goede invloed te hebben op ons afweersysteem, ons hormoonsysteem en het enzymsysteem. Daarnaast schijnen zij een antioxidatieve werking te hebben, wat betekent dat zij de invloed van schadelijke stoffen van buitenaf op onze lichaamscellen neutraliseren.
Flavonoïden komen met name voor in kruiden, soja, peulvruchten, koolsoorten, knoflook, geelgroene groenten (als wortelen, tomaten en sinasappelen), rode wijn, blauwe druiven, thee, uien en appels.