Het hart wordt ook wel de kern van het menselijk lichaam genoemd. Het hart heeft als zeer belangrijke taak het bloed door het lichaam te pompen om de verschillende lichaamsdelen van zuurstof te voorzien. Zonder ons hart zijn we reddeloos verloren. Wanneer het hart en dus de bloedsomloop langer dan een paar minuten stilstaat eindigt ons leven.
Het hart slaat circa eenmaal per seconde, in rust. Wanneer wij ons inspannen stijgt de hartslag omdat de diverse lichaamsdelen ook meer zuurstof nodig hebben. Het hart weegt slechts een halve kilo, maar heeft een grote capaciteit. Iedere minuut pompt het hart ongeveer vijf liter bloed door de bloedvaten. Op een gemiddelde dag benadert dit ongeveer 7500 liter bloed in totaal.
Het hart vormt een onderdeel van de bloedsomloop, die ook nog uit aders en slagaders bestaat. De slagaders voeren het bloed naar de diverse weefsels in het lichaam. De aders brengen het bloed weer terug naar het hart. Het bloed passeert de longen en wordt weer naar de weefsels gepompt.
Het hart bestaat uit twee gespierde delen, met elk twee kamers. Het samentrekken van deze spieren zorgt voor het rondpompen van het bloed. De onderste holte in een gespierd deel wordt ventrikel of kamer genoemd, het bovenste deel atrium of boezem. Het hart heeft een asymmetrische vorm en bevindt zich midden achter het borstbeen. Het hart ligt iets meer aan de linkerkant van het borstbeen, bij de meeste mensen.