De Nederlandse Gezondheidsraad geeft in haar ’15 Richtlijnen voor een Gezonde Voeding’ aan dat we dagelijks minstens 200 gram groenten en 200 gram fruit moeten eten. Dit doen ze omdat uit onderzoek is gebleken dat de kans op chronische ziekten dan aanzienlijk daalt. Groenten en fruit zitten vol met mineralen en vitaminen die je lichaam helpen zijn werk goed uit te kunnen voeren. Daarnaast kunnen bepaalde groenten en bepaalde soorten fruit je lichaam ondersteunen zichzelf te reinigen en gezond te worden waardoor je je beter voelt en waardoor je minder kans hebt om ziek te worden. Deze informatie is algemeen bekend en eigenlijk weet iedereen dat ze dagelijks meer groente en fruit moeten eten. Hier gaan we dieper in op de redenen daarachter.
De voordelen van groenten
Het mooie van groenten is dat ze weinig calorieën bevatten, maar dat ze tegelijkertijd vol zitten met essentiële gezondheidsstoffen. Dat betekent dat je door goed groente te eten niet alleen gezond bezig bent, maar dat het ook kunt gebruiken om gewicht mee te verliezen. Uiteraard bevatten verschillende groenten verschillende voedingsstoffen, maar over het algemeen vind je er veel vocht in, mineralen en met name kalium, vezels, vitaminen en bioactieve stoffen. Aangeraden wordt minstens 200 gram groenten te eten per dag. Hier zitten een aantal belangrijke gezondheidsvoordelen aan verbonden.
- Minder kans op hart- en vaatziekten: als je dagelijks genoeg groente eet gaat de kans op hart- en vaatziekten ten opzichte van mensen die niet voldoende groente eten met 20 procent naar beneden.
- Minder kans op kanker: de kans op mond-, keel-, slokdarm- en maagkanker wordt met 20 tot 30 procent verminderd als je minstens 300 gram groente eet per dag. Voor andere kankersoorten is het onderzoek nog in gang.
- Sterke botten: als je genoeg groente eet, voldoende beweegt en genoeg melkproducten verwerkt in je dagelijkse dieet, zal je sterkere botten ontwikkelen en is de kans dat je osteoporose en botontkalking zal krijgen aanzienlijk minder.
- Verbeterde spijsvertering: groenten bevatten een groot aantal vezels. Deze stimuleren de werking van je darmen, waardoor groenten kunnen helpen constipatie en andere darmproblemen tegen te gaan. Dit is vooral effectief als je ook genoeg water drinkt, voldoende fruit eet en voldoende beweging krijgt.
- Andere voordelen: daarnaast is het altijd leerzaam om eens onderzoek te doen naar de verschillende voordelen van verschillende soorten groenten. Zuurkool, en andere gefermenteerde groenten, bevat bijvoorbeeld veel probiotica die je kunnen helpen de slechte bacteriën in je darmen te vervangen door de bacteriën die je nodig hebt. Groene bladgroenten zoals spinazie en rucola zijn ook ontzettend gezond, omdat deze je lichaam helpen je lever te reinigen waardoor je bloedsomloop gezonder en schoner wordt. Zo heeft elke groente zijn eigen goede eigenschappen die je in je voordeel kunt gebruiken.
De voordelen van fruit
Volgens de Gezondheidsraad moeten we dagelijks minstens 200 gram fruit eten. Het beste is ook hier om je inname te variëren, omdat verschillende fruitsoorten je lichaam kunnen helpen bij verschillende klachten. Fruit bevat namelijk relatief weinig calorieën, maar heeft veel vezels, vitaminen, fytonutriënten, mineralen en gezonde suikers die je lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Hierdoor kan fruit je helpen het risico op hart- en vaatziekten te verlagen, maar kan het ook diabetes tegengaan en kan het je helpen af te vallen. Het is belangrijk dat je vers en los fruit eet en niet fruit uit een blik of anders bewerkt fruit. Ook is het verstandig om je fruit van tevoren goed te wassen zodat je het vuil eraf haalt en de schimmelwerende middelen verwijdert.
- Vitamine C: vitamine C is een antioxidant die je immuunsysteem ondersteunt en die je lichaam helpt vrije radicalen af te vechten. Hierdoor is er minder kans op infecties en virussen en verlaag je het risico dat je kankercellen ontwikkelt. Appels en fruit uit blik bevatten relatief weinig vitamine C en gedroogd fruit heeft al zijn vitamine C verloren. Citrusvruchten, kiwi’s, zwarte bessen en aardbeien bevatten het meeste vitamine C.
- Foliumzuur: foliumzuur, ook wel vitamine B11 genoemd, vind je voornamelijk in aardbeien en sinaasappels. Deze vitamine helpt bij het aanmaken van de rode en witte bloedcellen.
- Kalium: kalium is een mineraal en dit vind je voornamelijk in bananen, krenten en rozijnen. Het kan helpen je bloeddruk terug te brengen naar een gezond niveau.
- Koolhydraten: fruit bevat fructose. Dit is een complexe koolhydraat die je lichaam energie geeft. In tegenstelling tot gewone suiker geeft fructose langzaam energie af, waardoor je bloedsuikerspiegel normaal blijft.
- Vezels: de vezels in fruit stimuleren de darmwerking waardoor het kan helpen constipatie te voorkomen en je darmen kan helpen alle voedingsstoffen optimaal uit het voedsel op te nemen.