Iedereen heeft wel eens dagen waarop het leven even niet mee lijkt te zitten. Voor mensen met een depressie is dit echter dagelijkse kost, zeven dagen per week en maanden achtereen. Mensen met een depressie hebben te kampen met gevoelens van neerslachtigheid, somberheid, energieverlies, lusteloosheid en prikkelbaarheid. Een depressie is een psychische aandoening, maar er zijn aanwijzingen dat er ook diverse biologische aspecten van belang zijn.
Een depressie wordt in de eerste plaats behandeld met psychologische gespreksvoering. Men bezoekt een psycholoog en gaat samen met de psycholoog op zoek naar de oorzaak van de sombere gevoelens, en probeert deze oorzaak aan te pakken.
Bij veel mensen met een depressie liggen er irreële gedachten aan de depressie ten grondslag, bijvoorbeeld ‘iedereen moet mij aardig vinden’. Dit is echter een gedachte die niet haalbaar is en daardoor een hoge druk op jezelf kan leggen. Tijdens een speciale vorm van therapie, de cognitieve therapie, gaat men deze irreële gedachten opsporen en uitdagen. Wat gebeurt er wanneer de gedachte níet waar is?
Een andere vorm van behandelen van depressie gaat meer in op de biologische aspecten van een depressie. De psychiater kan je zogenaamde antidepressiva voorschrijven, welke de balans van bepaalde stoffen in je hersenen, de zogeheten neurotransmitters, helpen te herstellen, waardoor de depressieve gevoelens ook weer af zullen nemen. Antidepressiva kennen echter veel bijwerkingen en zijn niet voor iedereen geschikt.
Er bestaan ook diverse alternatieve therapieën, zoals neurofeedback en hypnotherapie. Bij neurofeedback gaat men er vanuit dat de depressie het gevolg is van hersengolven die ontregeld zijn. Deze probeert men tijdens sessies neurofeedback te herstellen. Bij hypnotherapie wordt er vanuit gegaan dat er onverwerkte en onbewuste gedachten aan de depressie ten grondslag liggen. Onder hypnose zouden deze gedachten naar voren komen waarna deze, dikwijls onder hypnose, aangepakt worden.