Met de menstruatie wordt het periodiek afstoten van een deel van het slijmvlies van de baarmoeder met wat bloed bedoeld. Enkel vrouwen in de vruchtbare leeftijd menstrueren, omdat tijdens de menstruatie de lichamelijke voorbereiding op een eventuele zwangerschap ongedaan gemaakt wordt. Over het algemeen menstrueren vrouwen elke maand, gedurende drie tot zeven dagen.
Door de hypofyse, een gebied in de hersenen, wordt een bepaald hormoon afgescheiden, het zogenaamde FSH (follikel stimulerend hormoon). Dit hormoon zorgt ervoor dat er maandelijks een eitje ontwikkeld wordt in de eierstokken. Tegelijkertijd wordt het baarmoederslijmvlies dikker en doorbloeder, dit is een voorbereiding op een eventuele zwangerschap.
De ontwikkeling van een eitje (ook wel ovum genoemd) in de eierstok wordt oƶgenese genoemd. Het vrijkomen van het eitje wordt de ovulatie genoemd. Een vrijgekomen eitje wordt via de eileiders naar de baarmoeder vervoerd. Hier kan het eventueel in contact komen met een spermacel en eventueel bevrucht worden. Indien dit niet gebeurd wordt het eitje met de menstruatie buiten het lichaam gebracht.
Wanneer er geen ovulatie plaatsvindt betekent dit dat de vrouw in kwestie onvruchtbaar is. Een ovulatie kan echter met bepaalde medicijnen en middelen kunstmatig opgewekt worden. Over het algemeen valt te zeggen dat wanneer je een regelmatige menstruatie hebt je vruchtbaar bent en er iedere maand een ovulatie plaatsvindt.
Men kan de ovulatie echter ook tegengaan met bijvoorbeeld de anticonceptiepil. Deze pillen voorkomen dat het hormoon FSH afgegeven wordt. En zonder de aanwezigheid van FSH vindt er geen ovulatie plaats. De anticonceptiepil werkt daarnaast vaak eveneens op andere mechanismen in waarmee een bevruchting voorkomen wordt.