Een verkoudheid is een vrij onschuldige aandoening die vrijwel iedereen gemiddeld een aantal keer per jaar overkomt. Een verkoudheid gaat gepaard met verschijnselen als een verstopte neus, niezen, waterige ogen, een pijnlijke keel, veelvuldig hoesten, een lichte koorts, hoofdpijn en een algemeen gevoel van niet lekker in het vel zitten.
Een verkoudheid komt het meeste voor bij jonge kinderen. In de eerste levensjaren lopen zij hun eerste verkoudheid op. Rond het zesde jaar is het immuunsysteem volgroeid en hebben zij minder last van verkoudheden. Overigens zijn we op latere leeftijd nog steeds vatbaar voor een verkoudheid. Gemiddeld heeft men drie à vier verkoudheden per jaar. De meeste verkoudheden komen voor in de lente, herfst en winter.
De meeste verkoudheden worden veroorzaakt door een virus. Het betreft meestal niet één bepaald virus maar meerdere soorten virussen door elkaar heen. Een virus treft gewoonlijk de keel en neus, maar kan ook overgaan naar de longen en oren.
Een verkoudheidsvirus is zeer besmettelijk en wordt vermoedelijk overgedragen door de uitwisseling van besmet lichaamsmateriaal. Hoesten zonder een hand voor de mond te houden en zoenen met iemand die verkouden is zijn bijvoorbeeld veelvoorkomende besmettingsbronnen.
Ouders waarschuwen hun kinderen dikwijls om niet zonder jas naar buiten te gaan wanneer de buitentemperatuur nog betrekkelijk laag is en om niet met nat haar naar buiten te gaan. Er bestaat echter geen wetenschappelijk bewijs dat dergelijke factoren van invloed zijn op het ontstaan van een verkoudheid.
Er is niet echt een behandeling voor verkoudheid. Over het algemeen kan men de verkoudheid, die meestal drie tot vier dagen duurt, het beste uitzitten.