Suikerziekte is de benaming die men in de volksmond vaak gebruikt voor een aandoening die in de medische wereld diabetes mellitus heet. Suikerziekte is een verstoring van een deel van de stofwisseling. Bij suikerziekte is het orgaan dat we de alvleesklier noemen ontregeld. Dit resulteert in twee mogelijke typen verstoringen, welke we diabetes type 1 en diabetes type 2 noemen.
Wanneer men diabetes type 1 heeft maakt de alvleesklier niet voldoende insuline aan. Hierdoor hoopt een deel van het suiker zich op in het bloed, wat schadelijk is voor het menselijk lichaam. Symptomen die gepaard gaan met diabetes type 1 zijn onder meer: een hevige dorst, erg vaak moeten plassen, een verhoogd hongergevoel, een gewichtsverlies dat niet goed te verklaren is, een algeheel gevoel van zwakte en vermoeidheid.
In het geval van diabetes type 2 maakt de alvleesklier op zich nog wel voldoende insuline aan, maar reageert het lichaam daar niet goed op. Wederom is het gevolg dat er zich te veel suiker ophoopt in het bloed waardoor men klachten krijgt. Symptomen die gepaard gaan met diabetes type 2 zijn onder meer: een hevige dorst, erg vaak moeten plassen, wazig zien, diverse terugkerende vaginale infecties, huidinfecties en blaasontstekingen, traag helende zweren, een verhoogde prikkelbaarheid en een tintelend gevoel of zelfs gevoelloosheid in de handen en de voeten.
Beide types kunnen na verloop van tijd ernstige klachten veroorzaken, zoals hartaandoeningen, nierziekte, blindheid en beschadigingen aan het zenuwstelsel. Beide typen van suikerziekte zijn echter over het algemeen goed te behandelen met een aangepast dieet en eventueel medicijnen of insuline.