Wetenschappers zijn het over de precieze definitie van pijn niet eens. De twee meest gebruikte definities van pijn luiden als volgt: “Pijn is een complex multidemensioneel fenomeen, dat afhankelijk is van de individuele beschrijving of beleving van sensorische en emotionele ervaringen die gepaard gaan met (potentiële) weefselbeschadiging” en “Pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met (potentiële) weefselschade of beschreven in termen van dergelijke schade”. Wat belangrijk is om te onthouden is dat pijn altijd subjectief is, pijn is lastig objectief te meten.
Vanaf de geboorte af aan komt een mens in aanraking met pijnsignalen. Deze pijnsignalen maken onderdeel uit van het complexe maar intelligente waarschuwingssysteem van het lichaam. Pijnsignalen geven als het ware aan dat er ergens in het lichaam iets mis gaat, waar men rekening mee moet houden of aandacht aan moet besteden.
In de Oudheid dacht men dat er een speciaal pijncentrum was, met allerlei banen die door het lichaam lopen en in dit pijncentrum uitmonden. Inmiddels is men van dit idee afgestapt, maar het heeft wel inspiratie gevormd voor verder onderzoek naar pijn.
Ons lichaam is bezaaid met zenuwen. Deze zenuwen geven allerlei seintjes aan onze hersenen door. Zo registreren de hersenen via de zenuwen dat men met de hand iets aanraakt, maar ook dat men bijvoorbeeld de hand prikt aan een speld. Via de zenuwen wordt vliegensvlug een seintje aan de hersenen gegeven, waarna er een opdracht gegeven wordt aan de spieren door de hersenen, waardoor we onze hand snel wegtrekken van de bron van de pijn.