Aderverkalking, ook wel atherosclerose genoemd, is een aandoening waarbij langzaam een vetachtige substantie tegen de wanden van de aders gevormd wordt. Op korte termijn merk je hier (vrijwel) niets van, maar uiteindelijk kan aderverkalking tot diverse hartaandoeningen en zelfs tot de dood leiden.
In het beginstadium van de aandoening worden vettige stoffen tegen de wand van de slagaders gevormd. Op den duur kunnen deze een zogenaamde ‘plaque’ gaan vormen, een opeenhoping van dode, vetbevattende cellen. Deze plaque kan de ader zodanig in de weg gaan zitten dat een fatsoenlijke doorbloeding van de ader niet meer mogelijk is of de ader zelfs volledig afgesloten wordt. Vaker voorkomend zijn echter het scheuren van de plaque, waardoor er elders een embolie veroorzaakt wordt, zoals een hartinfarct of herseninfarct.
Maar hoe wordt deze aderverkalking nu veroorzaakt? Er is zeker een genetische component aanwezig, maar een zeer grote rol speelt de voeding. Vooral LDL-cholesterol speelt een grote rol bij het ontstaan van aderverkalking. Risicofactoren die de kans op aderverkalking vergroten zijn onder meer ouderdom, roken, diabetes, een hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, tot het mannelijk geslacht behoren en overgewicht.
Een echte behandeling van aderverkalking is er niet, daarom richt men zich met name op preventie, oftewel het beheersen en verminderen van de risicofactoren door deze te behandelen. Medicamenteus kan aderverkalking behandeld worden met statines. Wanneer de aderen echt erg dichtgeslibd zijn wordt er soms overgegaan tot dotteren of het aanleggen van een bypass.