In sommige gevallen is een aandoening of ziekte dusdanig ernstig dat een operatie noodzakelijk is. Wanneer je geopereerd zal worden, word je opgenomen in het ziekenhuis. De duur van de ziekenhuisopname verschilt per operatie.
Tegenwoordig vinden steeds meer operaties poliklinisch plaats. Dit houdt in dat men op dezelfde dag dat de operatie plaatsvindt men alweer naar huis mag. Andere operaties worden nog in het ‘echte’ ziekenhuis uitgevoerd waarbij men over het algemeen één of meerdere nachten in het ziekenhuis moet blijven.
Voordat je geopereerd wordt, vindt er altijd een grondige voorbereiding plaats. Je word uitgebreid geïnformeerd over het doel van de operatie, de duur van de operatie, mogelijke complicaties van de operatie, herstel van de operatie en dergelijke. Er wordt tevens een uitgebreid lichamelijk onderzoek gedaan om na te gaan of je lichamelijke conditie voldoende genoeg is voor de operatie.
Een operatie wordt dikwijls onder plaatselijke of algehele narcose gedaan, ook wel anesthesie genoemd. De narcose zorgt ervoor dat je geen pijn hebt tijdens de operatie of zelfs geheel buiten bewustzijn bent zodat je helemaal niets van de operatie mee krijgt. Het narcosemiddel wordt vlak voor aanvang van de operatie toegediend. Het narcosemiddel werkt zo lang als de operatie duurt. Na afloop van de operatie wordt men naar de zogeheten verkoever kamer gebracht waar men bij kan komen van de operatie en de narcose.
De operatie wordt over het algemeen uitgevoerd door een chirurg en enkele medewerkers die de chirurg tijdens de operatie ondersteunen. Een ander persoon dat een belangrijke rol speelt bij de operatie is de anesthesist, degene die over de narcose gaat.