Een nierdialyse is een kunstmatige zuivering van het bloed om de gifstoffen te verwijderen die zich ophopen in geval van nierfalen of nierinsufficiëntie. Met een nierdialyse kan tevens het overtollige vocht afgevoerd worden en de gehalten van bepaalde elektrolyten op peil gehouden worden. Een nierdialyse kan buiten het lichaam plaatsvinden met behulp van een dialyse apparaat of binnen het lichaam met behulp van het vlies in de buikholte.
Niet iedereen met nierinsufficiëntie heeft een nierdialyse nodig. Dit wordt besloten aan de hand van het aantal gifstoffen in het bloed, de hoeveelheid overtollig vocht dat vastgehouden wordt en de kans op herstel van het functioneren van de nieren. In het geval van acute nierinsufficiëntie wordt meestal maar éénmaal gedialyseerd, de nieren nemen het daarna in de meeste gevallen zelf weer over. Bij chronische nierinsufficiëntie kan dialyseren noodzakelijk zijn tot men een donornier gevonden heeft.
Een hemodialyse is een nierdialyse die buiten het lichaam plaatsvindt met behulp van een kunstmatige nier. Het bloed wordt door deze kunstmatige nier heen gepompt en vervolgens wordt het gezuiverde bloed weer het lichaam ingebracht. Een hemodialyse wordt meestal driemaal per week toegepast.
Een peritoneale nierdialyse is een nierdialyse die in het lichaam zelf plaatsvindt, en is met name geschikt voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie. De peritoneale nierdialyse vindt plaats in het buikvlies van de patiënt en vindt continu plaats. Met behulp van spoelvloeistof dat zich in de buikholte bevindt wordt het bloed dat door het dunne buikvlies stroom gereinigd. De spoelvloeistof wordt meerdere malen per dag automatisch vervangen door een speciale katheter.