Vooral in de dikke darm en in de endeldarm (dit is het laatste deel van de darm vlak voor de anus) komt het meest darmkanker voor. De darmcellen blijven zich in een erg snel tempo delen ondanks dat er geen behoefte is aan het vervangen van verouderde darmcellen.
Na verloop van tijd ontstaat er op deze manier een opeenhoping van kwaadaardige darmcellen, er is dan een kwaadaardige tumor ontstaan. De kans bestaat dat er cellen losraken van de tumor. Deze kunnen dan in de bloedbaan of het lymfestelsel terecht komen. Op deze manier kunnen ze heel eenvoudig nieuwe tumoren vormen in bijvoorbeeld de lever, de longen of andere organen.
De plaats waar de tumor zich in de darmen bevindt is bepalend voor de aard van de klachten die iemand zal ondervinden. Enkele klachten zijn: bloed bij d ontlasting, een veranderde stoelgang, een verandering van de ontlasting (verstopping of juist diarree) maar ook een doffe pijn in de buik. Mensen met darmkanker kunnen ook last krijgen van bloedarmoede met alle bijbehorende symptomen zoals vermoeid zijn, bleek zien en het krijgen van hartkloppingen. De meeste patiƫnten krijgen ook te maken met gewichtsverlies.
Kanker aan de dikke darm ontwikkelt zich erg traag. Soms kan het wel tien jaar duren voordat een cel is veranderd in een kankercel. Wanneer de kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt dan is de kans op genezing erg groot. Mensen bij wie er darmkanker in de directe familie voorkomt kunnen daarom het beste regelmatig een controle laten uitvoeren.