Na het afronden van de baarmoederkanker behandeling, wordt iedere ex-patiënt nog vijf jaar gecontroleerd. De gynaecoloog (samen met eventueel de radiotherapeut) controleert de patiënt op zowel lichamelijk als op psychosociaal gebied.
Ook kan de ex-patiënt worden gecontroleerd door een verpleegkundig specialist. Het aantal controles is bovendien afhankelijk van de persoonlijke situatie van de ex-patiënt.
Tijdens de gesprekken met bovenstaande professionals heeft de ex-patiënt ook de mogelijkheid om vragen te stellen. Ook zijn de gesprekken ervoor om eventuele bijwerkingen te bespreken. Het risico is natuurlijk groot dat ex-patiënt bijwerkingen heeft gehad van de behandeling(en).
Daarnaast is er een kans dat de kanker opnieuw is opgetreden. Om de mogelijke terugkeer van kanker vroegtijdig op te sporen, krijgt de patiënt frequent inwendig- en uitwendig lichamelijk onderzoek.