De diagnose van endometriumkanker berust zich op histopathologisch onderzoek, klinisch onderzoek en radiologisch onderzoek.
Inhoud
Klinisch onderzoek
Tijdens een klinisch onderzoek wordt door een gynaecoloog de grootte van de tumor bepaald. Ook wordt er gedurende dit consult vastgelegd of de tumor zich heeft uitgebreid naar andere delen in het lichaam zoals de organen in het bekken.
Een uitgebreid inwendig onderzoek door de gynaecoloog is in principe de eerste stap om na te gaan of je baarmoederkanker hebt of niet en om de diagnose te stellen.
Vaginale echografie (onderzoek met geluidsgolven)
Een radiologisch onderzoek gaat gepaard met een echografie van de baarmoeder. Deze echografie, ook wel transvaginale echografie genoemd, maakt een beter onderzoek mogelijk als er twijfel omtrent de diagnose bestaat. Dit onderzoek zal plaatsvinden als de gynaecoloog afwijkingen heeft vastgesteld tijdens het inwendig onderzoek.
In de vagina wordt een transducer aangebracht waardoor precies de dikte van het endometrium kan worden gemeten. Indien de dikte meer dan 3 tot 4 mm bedraagt, moet een monster van het endometrium worden genomen. Dit noemen we ook wel een biopsie.
Histopathologisch onderzoek
Bij histopathologisch onderzoek wordt er door middel van een telescoop en een speciaal instrument een stukje weefsel (biopt) uit de baarmoeder weggehaald. Dit proces noemen we ook wel hysteroscopie. Het weefsel wordt vervolgens opgestuurd naar een laboratorium waar het biopt wordt onderzocht door een patholoog.
Ook kan men na deze onderzoeken nog aanvullend onderzoek doen om een correcte diagnose te kunnen stellen. Zo worden er regelmatig röntgenfoto’s gemaakt van de borstholte (thorax) en ook normale echografieën. Naast deze twee vormen van onderzoek, kan een arts je ook doorverwijzen voor een CT-scan van de buik om uitzaaiingen van kwaadaardige gezwellen (metastasen) uit te sluiten.
Tot slot kan een MRI-scan (magnetic resonance imaging) worden ingezet voor verder onderzoek in de baarmoederhals.