Cafeïne of coffeïne, ook wel bekend onder de naam theïne, is een stof (een alkaloïde) die een licht stimulerende werking op het menselijk lichaam heeft. De stoffen morfine en codeïne die in de geneeskunde met regelmatig gebruikt worden, zijn ook alkaloïden. Als zuivere stof is cafeïne een wit poeder met een bittere smaak.
Cafeïne komt onder andere voor in koffie, thee, cola, cacao, energiedranken en chocolade. Onderzoek heeft aangetoond dat men met een paar koppen koffie het concentratievermogen, de reactiesnelheid en het geheugen kan verbeteren. Mensen verschillen in hun gevoeligheid voor cafeïne. Sommige mensen reageren erg hevig op cafeïne waardoor zijn angst gevoelens krijgen of ‘s avonds slecht in slaap kunnen komen. De hoeveelheid cafeïne die je binnen krijgt, is afhankelijk van het product dat je tot je neemt.
Cafeïne wordt dagelijks door vele mensen gebruikt, zonder dat men zich bewust is van de bijwerkingen en schadelijke effecten die cafeïne kent. Cafeïne kent een zogenaamd gewenningseffect. Wanneer je regelmatig producten met cafeïne gebruikt, neemt het effect per hoeveelheid af. Je moet dan meer cafeïne tot je nemen om hetzelfde effect te bereiken. Cafeïne kan een verslavend effect hebben, met als mogelijke ontwenningsverschijnselen met name hoofdpijn en een sterk dalende bloeddruk.
Door sommigen wordt cafeïne gebruikt als middel dat de stofwisseling verhoogt. Cafeïne is namelijk een hulp bij de spijsvertering. De productie van galafscheiding en maagzuur wordt verhoogd door cafeïne, waardoor vetten beter afgebroken kunnen worden. Om dit effect te verkrijgen dien je minstens twee koppen koffie te drinken. Kritische noot: niet iedereen heeft evenveel baat bij dit effect.