Onze lever scheidt gal uit wat je kan herkennen aan een geelachtige/groene en soms een zwarte vloeistof. Deze vloeistof gaat via twee buisjes naar onze galblaas (=de buizen van het galsysteem).
Een galsteen is een vaste structuur, gevormd uit gal, die zich in deze buizen bevindt of in de galblaas. Galstenen komen voor bij ongeveer 30 a 35% van de mensen. Voornamelijk mensen op hogere leeftijd zijn hiervan het slachtoffer.
Het hebben van galstenen wordt cholelithiasis genoemd. Galstenen bestaan voor ruim 80% uit cholesterol en de andere 20% bestaat uit kalkzouten en andere stoffen. Cholesterol zal meestal oplossen in de gal, maar als er een teveel aan cholesterol aanwezig is in het lichaam, dan kan de galblaas dit niet allemaal verwerken. Het gevolg is dan dat er zich kleine kristallen gaan vormen en zich als vaste structuur in de buizen van het galsysteem gaan samenklonteren. Indien galstenen in de galblaas blijven dan is er geen probleem en zal je dit ook niet voelen. Pas wanneer de galstenen afgevoerd worden zal je dit opmerken. De galblaas is een peervormig zakje in de bovenbuik. Het is als het ware de opslagplaats voor de gal die onze lever aanmaakt.
Gal is een bitterzoute geel/groene tot bruin/zwarte vloeistof die wordt geproduceerd door de levercellen. Deze bestaan uit water, galzouten, cholesterol en het gele galpigment bilirubine.
Als we gaan eten dan trekt onze galblaas samen. Dan zal de sluitspier zich ontspannen en dan vloeit de gal uit de galblaas de galweg in naar de twaalfvingerige darm. Dit is het begin van de dunne darm. Hier vloeien ook de verteringssappen uit de alvleesklier de dunne darm in. Hierbij komen de galzouten in actie. De vette bestanddelen van het voedsel worden hier door hen opgelost en de bestanddelen kunnen hierdoor op worden genomen door de darmwand. Dit proces wordt vaak vergeleken met een afwasmiddel op een vette afwas.
Diverse maten galstenen
Galstenen zijn er in verschillende maten. Er kan een kleine galsteen zitten ter grootte van een zandkorrel, maar hij kan ook zo groot zijn als een golfbal. Iemand kan één galsteen hebben maar je kunt er ook meer hebben. Je hele blaas kan ook vol zitten met galstenen. Ze kunnen zich ophouden in de galblaas, maar ook in de galweg en tussen de galblaas en de dunne darm omwille van het feit dat ze een obstructie vormen.Omdat sommige galstenen erg groot kunnen worden, kunnen ze veel klachten geven. Grote galstenen worden vaak snel opgemerkt en geven pijn, kleine galstenen geven vaak wat minder klachten en worden niet altijd opgemerkt. Maar ook kleine galstenen kunnen veel klachten geven, het ligt er aan waar ze zich bevinden en hoelang ze hier al aanwezig zijn. De een zal er sneller last van hebben dan de ander, er kan dus niet gezegd worden dat een grote of een kleine galsteen pijnlijker is.
Risicofactoren.
Men heeft ontdekt dat er een aantal factoren zijn die invloed kunnen hebben of je al dan niet galstenen vormt. Het risico op galstenen neemt toe naarmate je ouder wordt. Het merendeel van de mensen die last hebben van galstenen zijn tussen 30 en 55 jaar oud. Ook zullen vrouwen er iets vaker last van hebben dan mannen. Erfelijkheid speelt ook een rol in het ontstaan van galstenen.
Wie diabetes heeft of zwaarlijvig is, loopt ook een hoger risico om galstenen te vormen; Westerse diëten zijn ook een factor.
Bepaalde geneesmiddelen kunnen het ontstaan van galstenen ook mede beïnvloeden, maar wie een traag werkende schildklier heeft kan vroeg of laat ook last ondervinden van galstenen.