Leukemie is kanker van de bloedvormende weefsels van het menselijk lichaam, waaronder het beenmerg en het lymfevatenstelsel. Bij mensen met leukemie maken de bloedvormende weefsels grote hoeveelheden abnormale witte bloedcellen aan. Deze abnormale witte bloedcellen bevinden zich in grote getale in onder meer het beenmerg, het lymfevatenstelsel en de bloedstroom en kunnen het functioneren van vitale organen belemmeren. Daarnaast wordt de aanmaak van normale bloedcellen teruggedrongen. Hierdoor neemt het vermogen van het lichaam om infecties te bestrijden af. Het tekort aan rode bloedcellen heeft als gevolg dat men kwetsbaarder is voor wondjes en blauwe plekken.
De oorzaak van leukemie is niet bekend. Onderzoekers vermoeden dat bepaalde chemicaliƫn en virussen een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte, evenals een mogelijk erfelijke component. In sommige families komt de ziekte vaker voor, en mensen met bepaalde aangeboren aandoeningen, zoals het syndroom van Down, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van leukemie.
Leukemie is te onderscheiden wat betreft het type witte bloedcellen dat excessief aangemaakt wordt, en naar hoe snel ze verergeren en naar hoe volgroeid de abnormale cellen zijn. Bij acute leukemie verloopt de vermenigvuldiging van abnormale witte bloedcellen snel. Bij chronische leukemie verloopt het ziekteproces langzamer. Zowel acute als chronische leukemie komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
De behandeling van leukemie bestaat in de eerste plaats uit het toedienen van cytostatica, dit is een vorm van chemotherapie. Bij sommige mensen gaat men over tot beenmergtransplantatie, waardoor men hogere doses cytostatica kan toedienen waardoor de celdodende werking toeneemt.