Het Angelmansyndroom is een aangeboren ontwikkelingsstoornis welke gepaard gaat typerende gelaatskenmerken, epilepsie, een ernstige verstandelijke beperking en het ontbreken van spraakontwikkeling. De aandoening is vernoemd naar de Engelse kinderarts Harry Angelman. Hij beschreef in 1965 voor het eerst een aantal kinderen met dit syndroom. De stoornis komt bij 1 op de 20.000 pasgeborenen voor.
Mensen met het Angelman syndroom hebben typische gelaatskenmerken: een grote mond, een brede kaak, een puntige en vooruitstekende kin en een korte schedel met een plat achterhoofd. Men heeft een vertraagde motorische ontwikkeling en de motoriek is dikwijls grof en lomp. Er is sprake van ernstige spraakachterstand, soms is de spraak zelfs compleet afwezig.
Kinderen met het Angelman syndroom staan er om bekend dat zij vaak lachen. Veel gedrag is geconcentreerd rond de mond, zoals het spelen met de tong en het stoppen van vingers in de mond. Veel kinderen met het Angelman syndroom vertonen ADHD-achtige verschijnselen en hebben een fascinatie voor water en reflecterende oppervlakken.
Het syndroom blijft vrij lang onopgemerkt. Pas rond het derde levensjaar gaat met afwijkend gedrag en uiterlijkheden aan het kind opmerken. De zwangerschap en bevalling verlopen normaal. Er zijn momenteel geen aanwijzingen dat het Angelman syndroom een erfelijke component bevat.
Het Angelman syndroom heeft geen eenvoudige oorzaak. Op dit moment zijn er vier verschillende fouten bekend op chromosoom 15 die tot het Angelman syndroom kunnen leiden. De stoornis wordt vermoed op basis van uiterlijke en verstandelijke kenmerken, maar kan enkel met DNA-onderzoek bevestigd worden.